fix bar
fix bar
fix bar
fix bar
fix bar
fix bar

Groeilab

Het Groeilab van De Molenwiek is bedoeld voor onze begaafde leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte of hulpvraag, waar in de reguliere klas niet genoeg aan tegemoet kan worden gekomen. 

Doordat begaafde leerlingen de reguliere lesstof op school vaak makkelijk aankunnen, hebben ze te weinig gelegenheid om bepaalde belangrijke vaardigheden te ontwikkelen. Daarom is het belangrijk dat ook deze leerlingen tegen de grenzen van hun kunnen aanlopen en terechtkomen in de leerkuil.

Doelen

De doelen waar we met de kinderen concreet aan werken onderscheiden we in hoofd, hart en handen. 

 

 

 

 

Onder het hoofd vallen de denkvaardigheden: analytisch denken, creatief denken en denken over denken. 

 

 

 

 

 

Met hart doelen we op het inzicht in jezelf en het omgaan met anderen. Dit is voor een groot deel de sociale- en emotionele ontwikkeling van de leerlingen, maar ook een stukje ICT-vaardigheden, omdat dit ook te maken heeft met communicatie. 

 

 

 

 

 

 

De handen staan voor de praktische vaardigheden die de kinderen nodig hebben om te kunnen werken en leren. Hieronder vallen doorzettingsvermogen en inzet, werkhouding,  organisatievermogen en oplossingsvermogen en leerstrategieën. 

 

 

 

 

 

 

Aanbod en werkwijze

Analytisch denken

  • Breinbrekers of logische puzzels
  • Onderzoekend leren: stap voor stap onderzoek en de resultaten interpreteren

 

Creatief denken

  • Challenges: originele oplossingen, out of the box
  • Ontwerpend leren: volgens een stappenplan een ontwerp/prototype maken

 

Denken over denken

  • Reflectie na specifieke opdrachten
  • Evaluatievragen aan het eind van de dag

 

 

 

Zelfvertrouwen, zelfsturing en zelfverantwoordelijkheid

  • Omgaan met fouten maken
  • Hulp vragen: te snel of juist niet.

Samenwerken

  • Taken verdelen
  • Ruimte voor de ander laten
  • Inbreng durven geven

Communicatie en ICT

  • Filosoferen en gesprekken
  • Werkstukken en presentaties
  • Programmeren

 

 

Doorzettingvermogen en inzet

  • Uitdagingen aangaan
  • Fouten durven maken
  • Doorzetten; ook als het niet leuk of moeilijk is

Werkhouding en organisatievermogen

  • Executieve functies

 

Oplossingsvermogen en leerstrategieën

  •  Wat kan jij doen om het beter te maken?
  • Meerdere oplossingen bedenken en de beste kiezen
  • Leren leren; werking van het brein, tekst leren, woordjes stampen